Het is al weer even geleden dat ik iets heb geschreven op deze website. De afgelopen tijd was erg druk. Maar ik worstelde ook een beetje met het onderwerp. Want ik wil het hebben over de ‘Gebirgskrieg’. De ‘grote oorlog’ van 1915-1918 die in Italië met name is uitgevochten in de bergen. En waar ik tot 12 jaar geleden nauwelijks iets van wist, maar ondertussen erg in geïnteresseerd ben geraakt. Waarom ik worstel met dit onderwerp? Omdat het zo enorm groot is en ik de artikelen niet te groot wil maken. Maar goed, hierbij dan een poging iets over de Witte Oorlog in Italië te vertellen.
Aanleiding van WO I
Italië en Zuid-Tirol
Zoals gezegd had Italië een bondgenootschap met Oostenrijk en Duitsland: de Driebond. Maar Italië had haar oog ook al een tijd laten vallen op bepaalde delen van Oostenrijk. Zoals Zuid-Tirol en het gebied rondom Triëst. In het geheim onderhandelde Italië met de de Triple Entente: Frankrijk, Rusland en Engeland. Die deze gebieden vervolgens toezegden aan Italië. Uiteraard in het geval van een overwinning! Nadat in juli 1914 de Eerste Wereldoorlog uitbrak, bleef Italië in eerste instantie neutraal. Op het moment dat Italië daadwerkelijk overliep naar de geallieerden, was Oostenrijk al bijna een jaar in oorlog. En waren alle jonge mannen uit Zuid-Tirol al lang gemobiliseerd en vochten de meeste van deze jonge mannen aan het Oostfront. Dat is ook waar een groot deel van de Südtiroler mannen gesneuveld zijn.
Maar Oostenrijk zag het overlopen van Italië al een tijd aankomen. En tegen de tijd dat de Italianen daadwerkelijk Oostenrijk binnenvielen, hadden de Oostenrijkers zich al verschanst in stellingen in de bergen (Alpen en Dolomieten). De Oostenrijkers wantrouwden de Italianen al een tijd en hadden al die tijd een garnizoen achter de hand gehouden. En ook allerlei forten gebouwd langs de grens met Italië. Na de oorlogsverklaring van Italië werden in Zuid-Tirol alle mannen opgeroepen die hetzij te jong hetzij te oud waren voor het reguliere leger. Met name ongetraind boeren en oudere mannen. Maar deze mannen waren wel goed gemotiveerd en vastberaden de Italianen buiten de landsgrenzen te houden. Bovendien kenden zij het gebied op hun duimpje.
De Witte Oorlog
Net als in België en Frankrijk werd het eerste Wereldoorlog aan het zuidfront al snel een loopgravenoorlog.
Loopgraven en tunnels
De Oostenrijkers hadden het natuurlijk relatief eenvoudig. Zij zaten goed verschanst op en rond moeilijk benaderbare bergtoppen. En hoefden alleen maar te zorgen dat de Italianen niet in de buurt kwamen. De Italianen werden door de incompetente en koppige generaal Cadorna keer op keer de berg opgejaagd. Tevergeefs! Om de bergtoppen te veroveren bedachten de Italianen een nieuw plan. Ze boorden en groeven tunnels in de berg om vanuit de tunnels de top van de berg op te blazen. Zodat ze vervolgens de posities van de Oostenrijker konden innemen.
In veel gevallen lukte dit niet. Met name omdat de Oostenrijker de tunnels met geofonen opspoorden, er zelf een tunnel onder groeven om vervolgens zelf de tunnels van de Italianen op te blazen. Maar op een aantal plaatsen zijn de Italianen heel ver gekomen. Beroemd, og eigenlijk berucht, is het verhaal van de Col di Lana (met als bijnaam Col di Sangue of Bloedberg). De Oostenrijkers wisten dat de Italianen bezig waren met een tunnel en wisten ook waarom. Toen het op 15 april 1916 stil werd, wisten de Oostenrijkers dus ook dat een ontploffing nabij was. En toch werden op de ochtend van 17 april 1916 de troepen op de top afgelost door nieuwe troepen. Waarna in de middag met 5 ton dynamiet een groot deel van de top werd opgeblazen. Met zo’n 120 Oostenrijkse doden als gevolg. Op de Col di Lana is de krater nog te zien en er is ook een monument neergezet om de doden te eren.
Lagazuoi en de Cengia Martini
Ook om de top van de kleine Lagazuoi is hard gevochten. De Italianen stationeerden in de rotswand onder de top een compagnie soldaten onder leiding van kapitein Martini. In de rotswand is een kleine nederzetting gemaakt met diverse barakken en grotten. Die door tunnels met elkaar verbonden waren. De smalle rotsband waarop de compagnie zat, is vernoemd naar deze dappere kapitein: de Cengia Martini. Dapper, omdat de Oostenrijkers regelmatig tonnen gevuld met dynamiet vanaf de top naar beneden gooiden.
Vanuit de Cengia Martini hebben de Italianen een tunnel omhoog geboord en gegraven, die onder de top van de kleine Lagazuoi uitkwam. Op verschillende plekken in de tunnel werden kamers gemaakt, die gevuld werden met explosieven. Op 20 juni 1917 werd een aantal van deze kamers ontstoken, waarop een deel van de kleine Lagazuoi werd opgeblazen. De Italianen hebben vervolgens de Lagazuoi kunnen innemen. Maar werden twee dagen later alweer teruggeworpen. Wat de waanzin van deze oorlog maar weer eens aangeeft.
1918
Na 1917 gebeurde er niet zoveel meer en uiteindelijk hebben de Italianen nauwelijks terrein kunnen winnen op de Oostenrijkers. Maar, zoals dat gaat, de overwinnaars hielden zich aan hun belofte aan de Italianen. En Zuid-Tirol werd toegewezen aan Italië. Die begonnen vrij snel na de Eerste Wereldoorlog met een Italianisering van Zuid-Tirol. Zo werden alle Duitstalige plaatsnamen gewijzigd in Italiaanse namen. En begon de verdunning van de Duitstalige bevolking door een grootschalige immigratie van Italianen.
Hoe Zuid-Tirol uiteindelijk tot een autonomen provincie is geworden, met Duits, Italiaans en Ladin als officiële talen, is een verhaal voor later… Inclusief uitleg over de serie aanslagen in de Feuernacht van 1961!