Schüttelbrot is een hard en krokant plat brood, gemaakt van roggemeel, water, gist, zout en kruiden (zoals komijn).  Schüttelbrot komt vooral uit Zuid-Tirol en smaakt van regio tot regio anders. Het kenmerkt zich door zijn lange houdbaarheid en wordt traditioneel gegeten met spek of kaas. Met name bij een Marende.

Het deeg van de Schüttelbrot wordt voor het bakken door schudden losgemaakt en gevormd tot het karakteristieke dunne platte brood. Door deze vorm wordt het brood na het bakken snel hard en kan het dus lang bewaard worden zonder te bederven. Schüttelbrot werd bij met name gedroogd en opgeslagen in de hutten op de almen van (Zuid-)Tirol.

De Schüttelbrot gemaakt in Vinschgau is meestal kleiner, dunner en brozer dan de Eisacktaler Schüttelbrot, dat daarentegen taaier, dikker en harder is. De Schüttelbrot is verwant aan de zachte platte broden die bekend staan ​​als Vinschgauer, maar is veel dunner, krokanter en gaat langer mee.

De aanduiding Südtiroler Schüttelbrot is sinds 2020 geregistreerd als een beschermde geografische aanduiding.